Interview met KSU over studentenstrijd en Zwarte Piet

Doorbraak vond het weer is tijd om KSU te interviewen. Het vorige interview dateerde uit 2011 en er is in de tussentijd veel gebeurd. Na een warme ontvangst konden we meteen aanschuiven voor een lekkere maaltijd. Toen onze magen goed waren gevuld, konden we overgaan tot het interview met KSU-activist Jeremy. We waren benieuwd hoe KSU zich inmiddels heeft ontwikkeld, en op welke manieren deze kritische studenten nog steeds actief zijn en met welke drijfveren.

In 2009 werd KSU opgericht als studentencollectief. De oprichting kwam voort uit de vraag wat voor instituut de universiteit eigenlijk is, en uit de desillusie dat de universiteit niet de vrije en inspirerende plek bleek te zijn waar de studenten op hadden gehoopt. Het bedrijfsleven heeft veel invloed op het onderwijs en dat heeft tot gevolg dat het onderwijs moet voldoen aan de wensen van bedrijven. De oprichters van de KSU waren het daar niet mee eens. Ze wilden het onderwijs democratiseren en weer teruggeven aan de maatschappij. Het zou moeten gaan over wat echt belangrijk is, namelijk zelfontplooiing en sociale emancipatie, en over hoe we kunnen komen tot een rechtvaardige maatschappij met gelijkheid voor iedereen. Het onderwijs hoort studenten te leren hoe ze met een kritische blik naar de samenleving kunnen kijken. Het moet dus niet gaan over de neo-liberale benadering, waarbij onderwijs en onderzoek in dienst staan van de economie, dat wil zeggen: het streven naar winst.

Fabeltje

KSU is horizontaal georganiseerd, waarbij besluitvorming is gebaseerd op consensus. De activiteiten worden voorbereid en georganiseerd in autonome werkgroepen met eigen vergaderingen. Aanvankelijk begon de KSU met alternatief onderwijs. Zo organiseerde men in samenwerking met de docente en antropologe Fabiola Jara-Gomez de cursus “Hoe werkt de universiteit?” Ook organiseerde KSU open vergaderingen die om de week plaats vonden. Bij elke vergadering kwam er wel weer een nieuw persoon bij die interesse had in KSU. Inmiddels bestaat KSU uit negen actieve leden. Maandelijks organiseert men onder de noemer BASTA! informatie-, debat- en filmavonden, waar mensen samen kunnen discussiëren over uiteenlopende onderwerpen. Ook worden er regelmatig leesgroepen georganiseerd, waarbij men met elkaar leest en zo meer te weten komt over een bepaald thema. De BASTA!-avonden en de leesgroepen worden goed bezocht. Daarnaast maakte KSU de papieren “Krantje boord”, die inmiddels helaas is verdwenen. Maar dat maakt dat KSU nu meer online actief is. Op de KSU-website is genoeg kritisch nieuws te vinden, en ook zijn daar analyses en opiniestukken te lezen.

Net als alle andere bezuinigingsplannen voor het hoger onderwijs vormen de afschaffing van de basisbeurs en de invoering van het leenstelsel een gevaar voor toegankelijk onderwijs. Op 14 november vond er tegen deze ridicule plannen een manifestatie plaats die was georganiseerd door onder meer de Landelijke Studentenvakbond (LSVB). De aanwezige sprekers maakten zich vooral druk over de kenniseconomie. Volgens Jeremy pasten die praatjes wel bij hoe de vakbond nu is. “De LSVB wil dat universiteiten hoog op de wereldwijde ranglijst komen. Men streeft ernaar dat het goed gaat met de economie. De afschaffing van de basisbeurs is vooral slecht omdat het beroepsperspectief wordt verkleind. De garantie dat hoogopgeleiden in deze crisistijden een goede baan vinden, is een fabeltje. Studenten worden diep in de schulden geworpen voor een toekomst die niet meer bestaat.” Het is kwalijk dat een dergelijke studentenorganisatie de neo-liberale logica over het onderwijs heeft overgenomen. Dat is KSU een doorn in het oog, want onderwijs hoort zich niet zo exclusief te richten op het economische belang. De invloed van het bedrijfsleven op het onderwijs neemt meer toe naarmate de overheid bezuinigt op onderwijs. De topmanagers op universiteiten en in het bedrijfsleven zijn daarbij twee handen op één buik.

Duurzame studentenbeweging

Universiteiten en hogescholen vormen volgens KSU nog steeds een goed platform om belangrijke maatschappelijke veranderingen teweeg te brengen. Het is een goede plek voor studenten om zich te organiseren rond een bepaald thema en om daar dan actief mee aan de slag te gaan. “Er is immers geen baas die zegt dat je daar niet mag zijn of dat zoiets niet mag”, aldus Jeremy. “Het schuldenstelsel kan met zich meebrengen dat een dergelijke functie moeilijker overeind gehouden kan worden. Studenten moeten financiële risico’s nemen om te kunnen studeren. Ze worden daardoor gedwongen om keuzes te maken die geen studievertraging mogen veroorzaken. Tijd kost immers geld. Veel studenten zullen dan ook minder tijd vrij maken voor politiek activisme. Maar ook na het afstuderen zullen ze eerder voor een goedbetaalde baan kiezen dan voor een ideële werkplek. De schulden moeten immers worden afbetaald. Andersom is echter ook mogelijk. “De potentie neemt toe om zich te verzetten, vanwege het groeiende gevoel van onrecht. Het is maar net hoe mensen erop inspringen.”

Toch is er hoop voor een duurzame studentenbeweging. “Een goed voorbeeld uit Groot-Brittannië leert hoe we kunnen strijden voor vrij onderwijs. Men heeft daar een indrukwekkende studentenbeweging voor vrij onderwijs neergezet. Wij kunnen dat in Nederland navolgen door een samenwerkingsverband te creëren tussen diverse studentenorganisaties. In het verleden hebben we dat ook geprobeerd, maar helaas zonder veel succes. De samenwerkingsverbanden verdwenen namelijk weer na de protesten. Zo’n verband misten we in het begin van KSU. We gingen daarom eerst netwerken en daarna pas kijken wat we moesten doen. We merkten dat deze manier van werken lastig was. Nu weten we dat het vooral belangrijk is om ons lokaal te organiseren.”

Het blijft echter een uitdaging om studenten te mobiliseren. Bijvoorbeeld omdat studenten afstuderen en daarna verder afstaan van het onderwijs. Ook is het moeilijk om een duurzame studentenbeweging op te richten tegen specifieke bezuinigingen. Die strijd kun je winnen of verliezen, en daarna is het weer voorbij. Daarom is het nodig om naar het grotere plaatje te kijken en je eigen agenda te bepalen in plaats van de politieke agenda te volgen. “Om die reden zijn we ook activiteiten rondom andere thema’s gaan organiseren, waar iedereen van harte welkom is.” Door activiteiten rond een ander thema te organiseren komt er een groep studenten bij elkaar die zich via een achteringang toch weer op het onderwijs kunnen gaan richten. Bijvoorbeeld omdat alle studenten in dat groepje iets willen doen tegen de bezuinigingen. De Britse studentenbeweging is ook zo ontstaan. “In Engeland zijn de grote studentenprotesten tegen bezuinigingen voortgekomen uit dezelfde groepen die zich verzetten tegen de medeplichtigheid van hun universiteiten bij de bezetting van Palestina. Er kwamen bezettingen en een grote succesvolle campagne. Toen vlak daarna de onderwijsbezuinigingen werden aangekondigd, waren alle ingrediënten voorhanden voor een beweging hiertegen: organisatie, ervaring en hoop.” Een duurzame studentenbeweging is noodzakelijk om verdere vercommercialisering van universiteiten en hoge scholen tegen te gaan.

Racisme

Dat het schuldenstelsel racistisch van aard is, vormt nog een andere reden om het aan te vechten. De onderkant van de samenleving, die veelal bestaat uit niet-witte mensen, wordt door deze maatregel namelijk het hardst getroffen. Racisme is een belangrijk thema voor KSU. Daarom is men sinds vorig jaar ook actief rond het thema Zwarte Piet. Hoewel het voor Jeremy eerder al duidelijk was dat Zwarte Piet racisme is, zag hij toen nog niet de noodzaak om daar iets tegen te doen. Dat veranderde dankzij de activisten Quinsy Gario en Kno’Ledge Cesare. “Ik raakte geïnspireerd door Gario en Cesare. Zij hebben het racismedebat geframed. Dankzij hen heeft iedereen het nu over racisme in Nederland.” Jeremy is er dan ook van overtuigd dat Zwarte Piet binnen enkele jaren zal worden afgeschaft. Maar het belangrijkste van het debat over Zwarte Piet is dat er weer over racisme wordt gepraat. Mensen worden zich er zo bewust van dat er racisme is in Nederland.”

Vorig jaar werd er voor het eerst een petitie opgesteld tegen de intocht van Sint en Piet in Utrecht. Het was geen KSU-initiatief, maar er waren wel enkele KSU-leden bij betrokken. Bij deze intocht zou een gebouw van de Utrechtse universiteit worden gebruikt en de rector zou Sinterklaas al lachend en zwaaiend ontvangen. De petitie werd toen door enkele tientallen personen ondertekend. Dit jaar begon KSU zelf met een petitie, die was gericht aan de rector van de universiteit. Een deel van de petitie luidde: “In het licht hiervan vragen wij u, als de hoogste vertegenwoordiger van onze universiteit, om niet deel te nemen aan een impliciete bevestiging van deze racistische dimensies door Sinterklaas en Zwarte Piet op 17 november 2014 onkritisch te verwelkomen. In uw functie als rector magnificus van de Universiteit Utrecht vragen wij u om publiekelijk aan te geven dat onze universiteit de processen van uitsluiting en discriminatie die de Zwarte Piet-figuur en het Nederlandse publieke debat rond dit thema gekenmerkt hebben, erkent en afwijst.” Dit jaar ondertekenden ruim zevenhonderd personen de petitie. Tijdens een actiedag tegen Zwarte Piet werd de petitie overhandigd aan de rector, die de verantwoordelijkheid echter van zich afschoof. De activisten moesten bij de gemeentelijke gezagdragers zijn, zo liet hij weten, en niet bij hem.

Migratiebeheersing

Door Zwarte Piet toe te laten op de universiteit wordt ook racisme toegelaten. Daarom is het voor KSU belangrijk om daar iets mee te doen. “De universiteit is de plek waar we actief zijn en die plek is racistisch. Als studenten hebben we meer legitimiteit om daar iets te doen dan andere groepen die niet veel met de universiteit te maken hebben.” Uiteraard kreeg KSU ook reacties van studenten en medewerkers op de petitie en de andere acties tegen Zwarte Piet. Op de vraag of KSU veel last had van negatieve reacties, antwoordt Jeremy kortbondig: “Nee”. Mensen waren eerder nieuwsgierig naar wat KSU te zeggen had, en daarom gingen ze ook vaak het debat aan. “Ze wilden weten wat onze argumenten precies waren.”

Ook in het lesprogramma komt racisme voor. Zo leren studenten dat het noodzakelijk is om migratie te beheersen en krijgen ze racistische pedagogische ideeën aangeleerd. Dat was in 2009 een van de redenen om KSU op te richten. “Je ziet dat je niet de enige bent die problemen heeft met de inhoud van het onderwijs en dat biedt mogelijkheden om je te organiseren.”

Shirley de Vet & Deniz Devrim van Doorbraak