“Daklozen zijn onze profeten!”

Reflecties op de Occupy-beweging.

KSU organiseerde in december een Basta!-debat om kritisch te reflecteren op de Occupy-protesten van de afgelopen maanden. Hoe staat het ervoor met de beweging, en welke lessen kunnen we leren uit vier maanden van spontane organisatie?

door Caspar Rutteman

Als een gemengd gezelschap van arbeiders, activisten, studenten en outsiders binnen begint te druppelen, blijken al snel bijna alle aanwezigen occupiers te zijn – iedereen had via-via begrepen dat dit een landelijke assembly zou zijn. De ideale kans om eens van de beweging zelf te horen waar zij voor staat.

Al bij de vraag of Occupy een politieke beweging is, ontstaat verwarring. Verschillende sprekers menen van niet; “We zijn het vertrouwen in de politiek kwijt”. Na enige discussie blijkt dat ze daarmee “partijpolitiek” bedoelen. Die verwarring is tekenend – door de grote verschillen in achtergrond, opleiding en levenservaring wordt er vaak langs elkaar heen gepraat terwijl sprekers het inhoudelijk eens zijn. “Je voelt de verbinding, maar door de verschillen botst het”, merkt iemand op.

Luchtkastelen

Die onervarenheid komt ook terug in de doelen die Occupy zichzelf stelt. In elke lijst staan wel een paar luchtkastelen zonder een brug in zicht: menselijkheid, verbinding, vrede, liefde en zelfs spiritualiteit worden erbij gehaald.

Occupy Utrecht neemt het duidelijkst politiek stelling. De groep heeft na lang beraad een statement voorbereid. “De huidige politiek laat zich onderwerpen aan het juk van de markt en dient niet langer de publieke belangen.” Daar kan iedereen zich in vinden, maar de meeste argumenten spreken puur vanuit morele verontwaardiging, niet vanuit politieke, economische of sociale analyse van de problemen.

De oplossing? Alle drie de steden houden het op bewustwording en het bespreekbaar maken van alternatieven. Utrecht omschrijft het doel als “nadenken over innovatieve samenlevings­vormen met democratische netwerkstructuren”. Het motto in Amsterdam is een afwachtend “let’s talk”. De agenda beaamt dat: veel workshops, lezingen en documentaires, zo nu en dan een sporadische demonstratie. “Waarom niet meer acties?”, wordt er geopperd. “Occupy is de actie!” Een sociaal experiment om in de praktijk te ontdekken hoe je een leiderloze samenleving creëert. Het leerproces is dus het doel lijkt het – in de hoop dat er vanzelf een methode komt bovendrijven die ook buiten de tentenkampen toepasbaar is. Het consensusmodel dat op alle assemblies wordt gebruikt zorgt binnen deze diverse groep nu al voor voelbare spanningen en frustratie. Het is dus maar de vraag hoe praktisch toepasbaar het model is als de beweging landelijk acties wil gaan coördineren, zoals dat elders al gebeurt.

“Als ieder zelf de eigen verantwoordelijkheid neemt voor de gevolgen van de keuzes die we maken, kan de wereld veranderen”, spreekt het manifest van Utrecht zalvend – maar ontloopt de beweging niet juist haar verantwoordelijkheid met zo’n vrijblijvende boodschap? Occupy schuift zelf de belangrijkste keuze voor zich uit: Hoe wil je die verandering teweeg brengen?

“We are the 100%”?

Het grootste obstakel voor het vinden van die richting is misschien wel het populistische idee van “de 99%” – een mediageniek retorisch trucje die sommigen lijken te verwarren met een letterlijke, homogene doelgroep. Een spreker uit Den Haag gaat nog verder: “We moeten niet denken in ‘wij tegen zij’. De 1% is gewoon bang om het systeem te verlaten. Eigenlijk zijn we de 100%.”

Toch is de praktijk is anders. De Internationale Socialisten mogen op het Beursplein geen partijsymbolen meer hangen, en toen een extreemrechtse groepering een artikel in het blad van Occupy Amsterdam wist te publiceren was iedereen het er over eens dat dát niet de bedoeling was. Uit terloopse opmerkingen blijkt dat veel occupiers de paar verdwaalde complotdenkers ook liever kwijt dan rijk zijn. Als het gesprek op daklozen komt, lopen de gemoederen even hoog op. De pleinen in Amsterdam en Utrecht krijgen regelmatig bezoek van daklozen die een gratis maaltijd komen halen en daarna overlast veroorzaken. De groep is diep verdeeld over hoe ze hiermee moeten omgaan. “Daklozen zijn ook deel van de 99%. Zij worden het hardst getroffen, dus moeten we het juist voor hen opnemen.” Een man uit Den Haag: “Daklozen zijn onze profeten!”. Maae ook het dronken uitgaanspubliek gooit roet in het eten. Na herhaaldelijk geweld hebben Occupy Amsterdam en Utrecht met tegenzin hulp van de politie moeten inschakelen – dezelfde politie die lijnrecht tegenover de bezetters zal staan als de gemeente ooit opdracht geeft te ontruimen.

Eindeloos blijven kamperen is dan ook niet realistisch: de beweging is teveel tijd kwijt aan logistiek, en het momentum verdwijnt doordat de media het beeld schetsen dat er niets anders gebeurt.

Toekomst

Na het debat oppert iemand om dan toch maar die landelijke assembly te organiseren, en er worden enthousiast werkgroepen gevormd. Inmiddels komen de steden maandelijks samen. Het plan is nu om in te krimpen tot kleine kampen met paar centrale tenten als uitvalsbasis voor acties en organisatie, naar Spaans model. De eerste bank is al voor een middag bezet, en binnenkort volgt een dag vol acties in het Openbaar Vervoer. De volgende stap: aansluiten bij andere bewegingen, zoals de lopende schoonmakers staking? Hou het nieuws in de gaten.