Nee tegen de cultuur van het kapitaal

door Kornee van der Haven, april 2002

Terwijl in Barcelona een half miljoen demonstranten demonstreerden tegen het neoliberale beleid van de Europese Unie verzamelden studenten uit verschillende landen van Europa zich in Salamanca bij Madrid om de gevolgen van dit beleid voor het universitair onderwijs te analyseren en te spreken over hoe het studentenverzet tegen de uitverkoop en commercialisering van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te stoppen. Dit gebeurde tegelijk met een vergadering in Salamanca van 17 t/m 19 maart van de Europese cultuurministers. Studenten organiseerden onder de titel “Onderwijs is niet te koop” een social forum over dit onderwerp en gingen natuurlijk de straat op om te wijzen op de gevaren van het EU-cultuur en onderwijsbeleid.

Tijdens het Social Forum werd vanuit verschillende invalshoeken het Europese cultuur- en onderwijsbeleid bekeken. Hoogleraren, studenten en vertegenwoordigers van politieke organisaties spraken over de gevolgen van de neoliberale politiek voor de verschraling van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Verbanden werden gelegd tussen afspraken zoals die gemaakt zijn binnen de WTO in de GATS-overeenkomsten over de privatisering van de “onderwijsmarkt”. Hiernaast werd gesproken over de specifieke situatie in de verschillende Europese landen en gekeken naar alternatieven van kritisch, open en vrij toegankelijke onderwijsvormen.

Het forum werd georganiseerd vanuit de Anti-LOU campagne. In de verschillende delen van de Spaanse staat groeit namelijk het verzet tegen de nieuwe Spaanse onderwijswet, de zogenaamde LOU. Dit hoeft niet verbazend te zijn gezien de rigoreuse gevolgen die de invoering van de LOU zal hebben voor studenten. De LOU betekent niet alleen een drastisiche verhoging van de collegegelden maar ook dat in navolging van bijvoorbeeld Nederland alle directe studenteninspraak in het hoger onderwijs zal worden afgeschaft. Bovendien moet de LOU het makkelijker maken voor bedrijven wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te financieren, waardoor de Spaanse staat weer op datzelfde wetenschappelijke onderwijs en onderzoek kan bezuinigen.

De Anti-LOU campagne waarbinnen studenten zich heftig verzetten tegen de onderwijsplannen van de Spaanse regering, heeft de laatste maanden voor een groeiende studentenbeweging gezorgd. Eind vorig jaar was het protest op haar hoogtepunt: in december gingen in Madrid maar liefst 350.000 studenten de straat op. Tegelijkertijd groeide echter de repressie. In Santiago de Compostella werden 56 studenten vanwege politieke activiteiten van de universiteit gestuurd. Hetzelfde gebeurde in Sevilla waar in februari 5 studenten werd verboden nog langer aan de universiteit te studeren. Deze maatregelen hebben veel studenten angst ingeboezemd. Niettemin heeft het protest tegen de LOU in Spanje het studentenprotest een enorme opleving gegeven. In een van de workshops tijdens het forum vertelden studenten uit Sevilla over hun ervaringen tijdens de verschillende anti-LOU protesten aan hun universiteit. Een groot aantal studenten besloot zich niet langer achter de vertegenwoordigers van de studentenvakbond te schuilen die al jaren braaf probeerden in overleg met het universiteitsbestuur hun doelen te bereiken. Van onderop, georganiseerd per faculteit ontstonden los georganiseerde studentengroepen die directe actie wilden. Terwijl de leden van de studentenvakbond nog druk overlegden met het universiteitsbestuur over de gevolgen van de LOU aan hun universiteit bezetten studenten aan verschillende faculteiten de universiteitsgebouwen.
Van november t/m februari was er in Sevilla constant sprake van bezettingen en stakingen. Hiernaast manifesteerden kritische studenten zich openlijk op straat door middel van lezingen in de open lucht, workshops overal in de stad en het uitdelen van informatie aan de bevolking van Sevilla om steun te krijgen voor hun akties. Dit resulteerde in februari in min of meer een bestorming van het besloten overleg tussen het universiteitsbestuur en de officiële studentenvertegenwoordigers. Dit laatste was aanleiding voor de universiteit van Sevilla de politie in te schakelen en met wetgeving die nog dateert uit de tijd van Franca met een minimum aan justitiële middelen de vijf studenten van hun universiteit te weren.

Dat de repressie het studentenverzet nog niet heeft neergeslagen bleek in Salamanca. In de conservatieve stad, geregeerd door de rechts-populistische Partito Popular, organiseerde een relatief grote en strijdlustige groep studenten het internationale Social Forum. In Salamanca blijkt de universiteit te fungeren als een “broedplaats” van antikapitalistisch verzet überhaupt. Dit maakte het bijvoorbeeld mogelijk dat de dag na de laatste grote studentendemonstratie op 19 maart, studenten nog eens de straat op gingen, dit maal om te demonstreren bij de verschillende multinationals zoals zich die in iedere grote stad manifesteren: Mc Donalds, Levi’s, Benneton, etc. Ook bleek in Salamanca dat niet alleen in Salamanca of Sevilla maar overal in Europa studenten zich steeds vaker keren tegen het Europese onderwijspolitiek. De Deense bezuinigingsgolf op onderwijs bijvoorbeeld bracht 7 februari nog 25.000 studenten in Kopenhagen op de been. 19 maart protesteerden in Utrecht gelijktijdig met de demonstranten in Salamanca studenten tegen de commercialisering van onderzoek en onderwijs. Door reclameposters te verwijderen en te vervangen door posters werd niet alleen het onderwijsbeleid van de EU aangeklaagd maar ook de criminaliseringspolitiek van de Spaanse overheid werd door hen aan de kaak gesteld.

Van 11 december t/m 18 december vond in Berlijn aan de Freie Universität een massale studentenstaking plaats tegen de verhoging van de Duitse collegegelden. Ook in Engeland, Griekenland, Italië groeit het protest. In Nederland zijn groepen kritische studenten in Groningen en Utrecht aktief, in Nijmegen en Amsterdam zijn groepen in oprichting en onlangs is er nog een landelijk overleg georganiseerd van lokale kritische studentengroepen. Het forum in Salamanca bood de mogelijkheid voor studenten hun ervaringen uit te wisselen en te bekijken hoe verder kan worden gewerkt aan het protest tegen het neoliberale onderwijsbeleid van de EU.

Dat de “studententop” in elk geval succesvoller was dan die van de cultuurministers bleek meteen al uit een reactie van staatssecretaris Rick van der Ploeg die wat verloren ronddoolde door Salamanca terwijl ongeveer 3000 studenten fel demonstreerden tegen het door Europese onderwijsbeleid. Van der Ploeg moest enigszins beschaamd toegeven dat er tijdens zijn “cultuurtop” helemaal niets besloten en eigenlijk ook niets besproken was. Toen hem werd gevraagd wat er dan toch op de agenda van het minstersoverleg stond, moest Van der Ploeg min of meer toegeven dat de Spaanse minister er niet eens toe was gekomen een agenda met wezenlijke discussiepunten samen te stellen. Dat de cultuur- en onderwijsministers helemaal geen mening hebben is helaas niet zo. De politiek die gevoerd wordt is er niet zomaar een van willekeurige bezuinigingen maar er direct op gericht universiteiten te dwingen hun financiering voor het onderwijs en onderzoek elders te zoeken. Dit beleid zal op termijn funest zijn voor de onafhankelijkheid en het mogelijk kritische karakter van de academische vorming en het academisch onderzoek dat traditioneel in het belang stond van de onafhankelijke en kritische wetenschap en daarmee een maatschappelijk doel nastreefde in plaats van het maken van winst en het ophogen van studentenaantallen.

De studenten in Salamanca wilden duidelijk maken niet mee te willen werken aan deze uitverkoop van het onderwijs en onderzoek en maakten een gezamenlijke verklaring met de titel: “Nee tegen de cultuur van het kapitaal: onderwijs is niet te koop. En een ander onderwijs is mogelijk”. Tijdens de EU-top in Sevilla in juni zullen hoogstwaarschijnlijk weer studenten uit verschillende Europese landen bij elkaar komen om verder te bouwen aan de de strijd tegen kapitalisering van het cultureel en intellectueel publiek bezit en tegen de uitverkoop van onderwijs en onderzoek en aan de andere kant dus te blijven nadenken over vormen van ander kritisch en onafhankelijk onderwijs en onderzoek als alternatieve voor een door vraag, aanbod en kapitaal geleide onderwijs- en onderzoeksmarkt.