Towards a Global Autonomous University

Als eerste van een reeks vond afgelopen donderdag een “Common Seminar” plaats in Galerie Schijnheilig te Amsterdam. Deze Seminars zijn bedoeld om op een onafhankelijke en kritische manier ideeen uit te wisselen over kennisproductie op de universiteit. De conclusie van dit eerste seminar; we moeten niet de status quo beschermen, niet vanuit nostalgie een voorbeeld nemen aan het verleden, maar de huidige universiteit (spreekwoordelijk) vernietigen en vervangen door een academie die alle verschillende soorten kennis van de maatschappij vertegenwoordigt.

De avond begon met een boekpresentatie van het internationaal schrijverscollectie Edu-Factory, waarvan Amit Basole – econoom aan de University of Massachussets – aanwezig was: Toward a Global Autonomous University: Cognitive Labor, The Production of Knowledge and Exodus. Het is in feite een verzameling van online uitwisselingen van ideeën over de universiteit. Voor de gelegenheid waren ook drie studentenactivisten uitgenodigd waaronder Wessel de Boer van “Universitaire Activisten” (UA) uit Amsterdam, Aetsel Griffoen van het autonoom studieproject “Economics on the Border” en Alexander Beunder (ikzelf) van “Kritische Studenten Utrecht” (KSU).

Drie hoofdthema’s kwamen aan bod, waarvan de eerste: Is de studentenbeweging gericht op het beinvloeden van politieke partijen of het belemmeren van het functioneren van de universiteit? Gespreksleider Jos Scheren verweet de Nederlandse studentenbeweging, zich beroepend op citaten van de UA en de KSU, dat we te veel bezig zijn met het eerste, het beinvloeden van de politiek. En vervolgens werd de Californische beweging geroemd om haar radicale standpunten, waar een groep bezetters het volgende bericht verstuurden:

“We must begin by preventing the university from functioning. […] We will blockade, occupy, and take what’s ours. There is no common ground between those who uphold the status quo and thos who seek to destroy it. Just as significantly, we made almost no demands. Not because we considered this a better strategy, but because we wanted nothing that any of these institutions could offer.”

De hieropvolgende discussie over “reform or revolution” eindigde al spoedig na een opmerking uit de zaal dat dit een “old discussion” is waar geen antwoord op is. Ook werd opgemerkt dat de “Nederlandse studentenbeweging” nog van zo’n kort bestaan is dat het weinig zin heeft om het uitvoerig te analyseren of bekritiseren.

Het tweede thema van de avond: is de “kenniseconomie” een mythe? Het feit dat de landen die beweren een kenniseconomie te willen stimuleren, zijn immers dezelfde landen die het meest bezuinigen op hun universiteiten! Waarom zouden rijke landen bezuinigen op de bron van haar kennis als ze geloven dat hun economische toekomst ligt in de kenniseconomie? Is de kenniseconomie een mythe?

De meningen verschilden. In het westen heeft overduidelijk een verandering plaatsgevonden, legde Basole uit; de werkelijke industriele productie van goederen is voor een groot deel verplaatst naar landen buiten het westen, zoals lage-lonenlanden (de massa-industrie van China, de vertrokken scheepvaartindustrie uit Nederland, etcetera). Het Westen lijkt zich nog meer dan voorheen gespecialiseerd te hebben in het produceren en exporteren van kennis; kennis waarmee lage-lonenlanden de industriele productie uitvoeren, waarvan de producten vaak weer naar het Westen geëxporteerd worden.

Dus als de kenniseconomie geen mythe is, zoals Basole beweerde, bleef de vraag; waarom wordt er op universiteiten bezuinigd in landen die gespecialiseerd zijn in de productie en export van haar product kennis? Een citaat werd aangehaald (uit Revisiting the university front – Graham Lock en Chris Lorenz): “The notion of the knowledge economy does not mean the restructuring of the economy on the basis of scientific knowledge. On the contrary, it means that knowledge production is to be “economized”: homo academicus is now to be modelled after homo economicus.” Een manier waarop dit bereikt wordt is juist door te bezuinigen, universiteiten afhankelijk te maken van de private sector. Bovendien gaat het om een selectieve bezuiniging, legde Basole uit: technische studies zullen minder snel gekort worden. Vooral op studies zonder aantoonbaar economisch rendement wordt bezuinigd, zoals filosofie en dergelijke.

En wat is het nut van hogere collegegelden of de afschaffing van studiefinanciering? Terecht merkte Scheren op dat deze veranderingen niet slechts dienen om de “toegankelijkheid” van de universiteit te verminderen. Het zijn ook veranderingen die gestimuleerd worden door de financiele sector, reageerde Basole. Ja (zei ik) want kijk bijvoorbeeld naar wat het Internationaal Monetair Fonds voor hervormingen wil: variabele (oftewel hogere) collegegelden, vervanging van de studiefinanciering door een leenstelsel, én het stimuleren van toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Veranderingen waar de financiele sector baat bij heeft, net zoals de financiele sector grote winsten behaalde uit stijgende huizenprijzen én een gemakkelijkere “toegankelijkheid van huizenbezit” – oftewel een gemakkelijkere toegang tot een hypotheek.

Het derde onderwerp van de avond: de “Autonomous University”. Of het daadwerkelijk mogelijk is een compleet onafhankelijke universiteit te stichten werd betwijfeld: of je bent afhankelijk van de privesector, of van de staat, zei een stem uit de zaal. Waar we dan wel naar kunnen streven was vervolgens de discussie. Autonome seminars zoals dit Common Seminar zijn een goed begin, maar hoe voorkom je dat werkelijke onafhankelijke kennisuitwisseling niet slechts marginaal blijft? Zouden we buiten de universiteit moeten proberen om een Autonome Universiteit op te richten of moeten we proberen de huidige universiteiten te hervormen tot iets waarin echte onafhankelijke kennisproductie mogelijk is?

De vraag werd deels beantwoord door een anekdote van Aetsel: als deel van een groep studenten waren ze in samenwerking met docenten een officiele universiteitscursus begonnen over economische filosofie. Hierin genoten studenten een grote mate van vrijheid om zelf te beslissen wat ze zouden studeren en produceren. Vanaf het begin leek de decaan het project niet te waarderen en schafte het project af zodra deze kans ontstond wegens kleine procedurele fouten. Hoeveel hervorming er binnen de universiteit mogelijk is lijkt dus haar grenzen te hebben.

Amit Basole haalde de geschiedenis erbij om zijn ideaalbeeld van een autonome universiteit uiteen te zetten; zoals de universiteit het instrument was van de bourgeoisie om de kerk, haar “kennis” en de machten die zij daarmee in stand hield, te vernietigen, zijn we nu op het punt beland dat we de universiteit dienen te vernietigen. Beseffend dat dit een enigszins sterke opvatting was, vervolgde Amit: veel kennis bestaat en ontstaat buiten de universiteit. Het idee dat kennis slechts in universiteiten geproduceerd wordt is achterhaald. Het probleem is dat kennis die erbuiten geproduceerd wordt niet erkend wordt als echte kennis, want er staat altijd een voorvoegsel voor: traditionele kennis, inheemse kennis, lokale kennis of religieuze kennis. Het is daarom geen “real knowledge”.

Maar ook de gewone werkende mensen buiten de universiteit produceren “echte” kennis en moet als zodanig erkend worden, aldus Basole. In het boek van Edu-Factory staat te lezen dat de huidige scheiding tussen wetenschappelijke kennis en andere soorten kennis, tussen intellectueel- en handwerk, een bepaalde hierarchie in stand houdt die doorbroken kan worden wanneer we erkennen dat elk werk “kenniswerk” is. Zoals Basole het in dit boek verwoordt:

“In India at least, a very part of knowledge production and transmission, particularly of the kind that is directly relevant to sustaining livelihoods, takes place outside the university. As Gigi Roggero noted, “The division between intellectual and manual labor…is not objective, but a devise to hierarchize and to control labor power.” An autonomous university would be founded on a non-distinction between the two, at least as far as respect for knowledge goes. It will recognize that all work is “knowledge work”. [W]e have arrived at a concept of a “lokavidya academy” (loka = people/world, vidya = knowledge) which will be an academy that attempts to recognize and represent all types of knowledge in society” ”

Reacties op Amits ideaalbeeld van de universiteit liepen uiteen: het is een utopisch denkbeeld volgens een. Een grote varieteit aan soorten kennis is niet goed, zei een ander, want er moet een instelling zijn die kennis standaardiseert en verspreidt zodat we een enigszins gemeenschappelijke kennis bezitten. Het zou ons 300 jaar terugsturen in de tijd zei weer een ander. De Zapatista’s in Mexico doen het ook en daar werkt het positief, werd ook opgemerkt. In sommige opzichten zou het niet erg zijn om 300 jaar terug de tijd in te gaan, grapte Basole.

Consensus over de beste verzetsstrategie van het studentenactivisme of het beste alternatief voor het huidige universitaire stelsel ontbrak, maar wel kwam in dit Common Seminar een inspirerende variëteit van meningen naar voren. Een varieteit die in het uniformiserende universitaire stelsel van vandaag vaak ver te zoeken is. Voor meer informatie over de Common Seminars; zie hier de website van Factory of the Common of schrijf je in op de CommonSeminar-mailinglijst om op de hoogte gehouden te worden van volgende Seminars. En blijf vooral ook Edu-Factory volgen en lees hier hun boek online als pdf.