"Topsalarissen hoger onderwijs flink gestegen", in tijden van bezuinigingen

Nog geen salarisplafond in zicht.

The polarization in salaries is another example of marketization: The ratio of executive compensation to the pay of the average adjunct instructor bears comparison with that in most top-down corporations. (Andrew Ross)

De Algemene Onderwijsbond maakte onlangs bekend dat zestig bestuurders in het hoger onderwijs meer verdienen dan de minister president, op basis van een jaarverslag van 2009. Het record staat op naam van Aalt Dijkhuizen van de Landbouwuniversiteit van Wageningen (350.000 euro), maar ook de Utrecht-Universiteitbestuurders hebben een plekje in de lijst verworden, zoals collegevoorzitster Yvonne van Rooy (256.ooo euro). Een salarisplafond komt er wel, maar nu nog even niet, aldus Minister Donner.

DUB-cartoon salarisplafond

Een spoeddebat is aangevraagd, moties ingediend en een belofte van de regering volgde over de invoering van een salarisplafonds. Net als het vorige kabinet verklaart ook Donner (Binnenlandse Zaken) te werken aan een wet die een maximumnorm stelt, maar het duurt ook nu weer even voor die er is, zei hij in antwoord op kamervragen (DUB).

De dubbele houding van de regering tegenover topsalarissen merkte SP-kamerlid Jasper van Dijk al op in 2007: “In de nieuwe ‘Code goed bestuur universiteiten’ wordt het salaris zelfs genoemd als middel om nieuwe bestuurders mee aan te trekken. Dit terwijl met de ‘Balkenende-norm’ is afgesproken dat mensen die met publiek geld worden betaald niet meer zouden verdienen dan de premier.” Zoals het er in deze code letterlijk staat: “De bestuurders ontvangen voor hun werkzaamheden een bezoldiging die wat betreft hoogte en structuur zodanig is dat gekwalificeerde en deskundige bestuurders kunnen worden aangetrokken en behouden”. Gekwalificeerde personen zoals bestuurder Jo “Op onderwijs kan best nog flink bezuinigd worden” Ritzen, die een mega ‘hallo-bonus‘ kreeg (372.ooo euro) van Universiteit Maastricht, in een tijd dat haar faculteiten moesten bezuinigen.

Of het de huidige regering wél lukt om vanuit deze tegenstrijdige doelstellingen een salarisplafond in te stellen, valt nog te bezien. Zo sneerde Donner (aldus DUB): “als de PvdA “niet zo overhaast was vertrokken” uit het vorige kabinet, was de wet die een maximumnorm voor topsalarissen in de semi-publieke sector vastlegt er wellicht al geweest.” Ergo; als er weer een partij “overhaast vertrekt” uit het huidige kabinet komt dit plafond er mogelijk ook niet onder Rutte-I. Want het invoeren van een salarisplafond kost kennelijk – in tegenstelling tot collegegeldverhogingen en studiefinancieringsverlagingen – jaren van voorbereiding.