Op vakantie in Crisisland

Persoonlijke verhalen over de crisis in Griekenland

door Sander van Lanen

Een zomer in Griekenland, wat merk je nou van zo’n crisis? Als toerist zie je het misschien niet meteen, maar iedereen weet je wel iets te vertellen.

Tijdens het drinken van een biertje op de boulevard van Thessaloniki vertelt Ruri, een Griekse studente, dat het rustiger is in de kroegen van de stad. Volgens haar kunnen veel mensen het zich door de crisis niet meer veroorloven om ‘s avonds buitenshuis een biertje te drinken. Dit is het eerste antwoord dat ik vind gedurende mijn zoektocht naar hoe de Grieken de crisis ervaren.

Als dit alles zou zijn, zou je denken dat het probleem nog te overzien is. Al is het voor het uitgaansleven van een jonge studente niet erg bevorderend, men kan zich ergere dingen voorstellen. Maar al snel blijkt dat deze studente het nog goed heeft. Een vriend van Ruri, Raphael, die later aansluit vertelt dat hij ein-de-lijk een baantje heeft gevonden. Drie dagen in de week, 12 uur op een dag, voor net vier euro per uur. Een baantje zonder recht op bijstand als hij eventueel ontslagen wordt, een dreiging die constant boven zijn hoofd hangt. Raphael is niet tevreden, zijn werk in een kiosk is saai en zwaar, maar Ruri wrijft hem in dat hij tenminste een baan heeft en dus blij moet zijn. Ze heeft hierin gelijk als je bedenkt dat afgelopen juni de jeugdwerkeloosheid op een percentage van 52,8 procent lag. Volgens Ruri wil één op de vier Grieken het land verlaten, een uitspraak die later wordt bevestigd door Maria. Zij is iemand die blijft in  Griekenland, want ze heeft een baan, maar “Zonder baan zou ik ook vertrekken”. Bijna iedereen die ik spreek vraagt mij of je in Nederland makkelijk een baan kan krijgen.

Maar ook Grieken met een baan hebben het niet makkelijk. Op Lesbos spreek ik met Kalasis en Elektra, beiden werkzaam op de universiteit, Kalasis in Athene, Elektra op Lesbos. Door het bezuinigingsbeleid van de afgelopen jaren hebben ze een derde van hun salaris moeten inleveren en is de belasting gestegen. Dit resulteert in het feit dat ze het financieel niet kunnen opbrengen om de laatste maanden de elektriciteit te betalen. Dat zij hier niet de enigen in zijn blijkt als ze vertellen dat er steeds vaker kinderen flauwvallen op scholen omdat hun ouders niet genoeg te eten voor ze kunnen kopen. Eila, hoofd antropologie aan de University of the Aegean, vertelt me dat ze volgend jaar 90% van haar budget moet doorsluizen naar het departement. Als ik vertel dat we in Nederland te horen krijgen dat Grieken op hun 55e met pensioen wordt er geschokt gereageerd. In sommige beroepsgroepen is het misschien mogelijk, maar mensen bij publieke instellingen gaan ‘gewoon’ op hun 65e met pensioen, terwijl medewerkers van universiteiten moeten doorwerken tot hun 68e. En deze leeftijden golden ook al in tijden voor de bezuinigen.

De crisis wordt niet alleen gevoeld door Grieken. De grote financiële problemen hebben ook gezorgd voor een opkomst van extreem rechts, zo is de politieke partij Chrysi Avgi (Gouden Dageraad) sterk gegroeid tijdens de afgelopen verkiezingen. Migranten voelen de gevolgen, letterlijk, want steeds vaker worden migranten in elkaar geslagen door leden en sympathisanten van de partij. Een jongen uit Afghanistan die op Lesbos werkt als tolk vertelt dat hij in Athene niet meer over straat durft. De laatste keer dat hij er was, nam hij de taxi vanaf de boot naar zijn afspraak, en daarna meteen weer terug, bang om in elkaar geslagen te worden, of zelfs gedood zoals in augustus gebeurde met een migrant uit Irak. Volgens Sarah, een professor uit het Verenigd Koninkrijk die in Griekenland werkt, krijg je bij een klacht over migranten het telefoonnummer van de Gouden Dageraad mee, om zo een knokploeg te regelen.

Deze overlap tussen extreem rechts en de politie werd duidelijk toen een Griekse krant melde dat meer dan de helft van de politieagenten in Athene op de Gouden Dageraad stemde. Terwijl ik in Orestiada zat, een stadje vlakbij de grens met Turkije, liep er een migrant voorbij. Een groep agenten begon tegen hem te praten in het Grieks. De jongen kwam dichterbij en zei in het Engels dat hij ze niet verstond omdat hij uit Afghanistan kwam. De agenten vroegen of hij honger had, dit was het geval, waarop de jongen door de politie werd uitgelachen en weggestuurd. Deze agenten bleken te werken voor Frontex, een Europese organisatie die de buitengrenzen van Europa bewaakt. Ook drie Nederlandse medewerkers van de marechaussee behoren tot de organisatie om te helpen met het bewaken van de grens. Frontex beweert een civiele organisatie te zijn, maar maakt gebruik van materiaal van het leger. Een activist op Lesbos vertelt dat Frontex-boten regelmatig de boten van migranten terugduwen richting Turkije om vervolgens gaten in de boten te maken. Om verdrinking te voorkomen, zijn de migranten op deze manier gedwongen terug te zwemmen naar land. Hiermee voorkomt Frontex dat zij de migranten moeten oppakken, wat er toe zou leiden dat ze meegenomen dienen te worden naar Griekenland. Maar medewerking aan een dergelijk racistisch beleid gebeurt niet alleen door de politie. In de trein van Alexandroupolis naar Athene worden alle migranten in de laatste wagon, nummer 5, geplaatst waar geen blanke te zien is. In de rest van de trein is geen enkele niet-blanke aanwezig.

Voordat ik naar huis vlieg, praat ik met de 27-jarige Dimitra. Ze is net klaar met een zomerbaantje op Lesbos en gaat terug naar haar huis in Thessaloniki. Als ik vraag of ze hier naar uitkijkt, begint ze te huilen. “Thuis liggen rekeningen die ik niet kan betalen, de huisbaas kan ieder moment komen om mij uit mijn huis te zetten, ik weet niet wat ik moet doen”, is wat ze zegt.