Hoger onderwijs na de verkiezingen

Als VVD en PvdA samen een regering gaan vormen, hoeven de onderhandelingen over het hoger onderwijs niet lang te duren. Ze zijn het op veel punten eens.

Dit artikel van het Hoger Onderwijs Persbureau verscheen onlangs op Trajectum.online.

Beide partijen willen de basisbeurs voor studenten afschaffen en vervangen door een leenstel. De VVD wilde in het verleden zelfs van de aanvullende beurs af, maar heeft het daar in de aanloop naar deze verkiezingen niet meer over gehad. Als er een leenstelsel komt, zullen de liberalen allang blij zijn. Dat levert achthonderd miljoen euro op. In het VVD- verkiezingsprogramma staat dat dit geld volledig ten goede komt aan het hoger onderwijs. De PvdA gaat niet verder dan “het onderwijs”.

Ook de langstudeerboete van ruim drieduizend euro zal verdwijnen. De vraag is alleen hoe snel. De meest waarschijnlijke oplossing is dat de boete voor huidige studenten van kracht blijft. Nieuwe studenten zullen hun basisbeurs verliezen, maar betalen dan geen langstudeerboete meer.

De ov-studentenkaart blijft hoogstwaarschijnlijk bestaan. De VVD zou er graag een trajectkaart van maken, terwijl de PvdA het reisrecht juist wil verruimen en studenten weer een ov-kaart wil geven die zeven jaar geldig is in plaats van vijf jaar. Het makkelijkste compromis is dat er niets verandert: geen uitbreiding, maar ook geen verdere inperking.

De PvdA was kritisch over de prestatieafspraken van het ministerie met de universiteiten en hogescholen, maar gaf het verzet op toen de instellingen zelf tamelijk enthousiast bleken. Dat beleid gaat dus voort.

Een heikeler kwestie is het collegegeld voor tweede studies. Onder PvdA-minister Ronald Plasterk is de regel ingevoerd dat studenten slechts één bachelor en één master tegen het lage wettelijke collegegeldtarief mogen volgen. Maar de sociaaldemocraten willen daar weer vanaf: het tarief zou ook voor tweede studies laag moeten zijn. Maar daar kijkt de VVD er anders tegenaan. De liberale partij wil geen ‘spijtoptanten’ financieren. Wie een verkeerde studiekeuze heeft gemaakt, moet een tweede studie maar zelf betalen.

In de praktijk geeft dit vooral problemen in de schakelprogramma’s die langer dan een half jaar duren: daarvoor zijn studenten soms duizenden euro’s kwijt, omdat ze worden ingeschreven als bachelorstudenten: daarmee zijn ze aan hun tweede bachelorstudie begonnen. Een mogelijk compromis is dat er voor deze groep iets wordt geregeld. Ook zouden studenten misschien twee studies tegen laag tarief kunnen volgen en pas voor hun derde studie méér moeten betalen.