Schande, nut en hoop: in actie tegen leenstelsel studenten

Het was een druk weekend vol belangrijke protesten. Actieverslaggever Peter Storm doet verslag van de studentendemonstratie afgelopen vrijdag op het Malieveld in Den Haag.

door Peter Storm via ravotr.nl

Vandaag stond ik tussen 5000 andere actievoerders op het Malieveld in Den Haag, nadat ik eerder met 200 mededemonstranten daar naartoe was gelopen in een demonstratieve optocht. Demonstratie en manifestatie waren acties tegen de vervanging van de huidige studiefinanciering door een leenstelsel dat studenten met een schuld dreigt op te zadelen – een schuld die ze geld gaat kosten, een dreiging die jonge mensen afschrikt om zelfs maar aan de studie te beginnen uit angst voor die schuld. Slechte maatregel dus, een aanval op studenten, en op de toegankelijk van het onderwijs voor mensen ongeacht het inkomen van hun ouders. Zo slecht als de maatregel was, zo terecht was het protest, en ik ben blij dat ik eraan heb deelgenomen. Maar wat een beschamende vertoning werd ons vanaf het podium door de organisatie van de manifestatie voorgeschoteld!

Even bij het begin beginnen: de demonstratie die aan de manifestatie vooraf ging. De optocht was aangekondigd door JOP, belangenorganisatie voor studenten in het MBO, en Rood, de jongerenclub van de SP. Beiden waren dan ook met borden en vlaggen aanwezig, vooral Rood had stevig uitgepakt, daarbij gesteund door de facilitaire dienst van de SP die de borden met een busje kwam afleveren. Naast JOB en Rood was ook de Internationale Socialisten met hun materiaal aanwezig: hun krant, borden met “Oprutte!” en “Wij gaan de crisis niet betalen”. Ik kreeg van één van hen nog de vraag of ik één van hun borden wilde dragen, maar dat was met een vriendelijke knipoog, en dat ga ik als ex-lid en inmiddels anarchist dus niet doen :)

JOP had als ballontekst: “iemand 15.000 euro, MBO wil studeren¨ .Vooral de Rood-borden en -vlaggen waren behoorlijk gezichtsbepalend, met als leus “Een leven lang studieschuld?” en “Wie rijk is mag slim zijn”, en eronder: “Doe ff sociaal”. Eén van de Rood-mensen was zelfs zo vriendelijk – en zonder ironische knipoog – om mij een bord aan te bieden, maar ook dat dat aanbod heb ik vriendelijk afgeslagen. Voor politieke partijen maak ik geen reclame, hoezeer ik ook met plezier zij aan zij met hun actieve achterban de straat op ga – in de hoop dat ze vroeg of laat niemands achterban meer zijn maar hun eigen autonome zelf.

Over autonoom gesproken, ik voegde me bij mensen die het spandoek “Smash Capitalism” meevoerden,met daaronder: “Autonomen Den Haag”. Radicale antikapitalistische politiek was gelukkig tijdens de optocht dus niet geheel afwezig. En er waren – vaak het aardigste – op de optocht en de manifestatie ook wat zelfgemaakte, niet in voorgeprepareerde teksten op spandoeken: “Studeren wordt te duur. “Hoe betaal ik later mijn huur?”; “Leenstelsel, geen stelsel”; “Het asociale leenstelsel”; “Geen stufi, geen studie”. Helemaal niet fraai was het doek dat ik via het videoscherm op het podium zag: “Wel geld voor Ebola, niet voor een diploma”. Zoiets noem ik asociaal, je zou toch denken dat mensen én Ebola-slachtoffers willen ondersteunen én zichzelf willen verdedigen tegen bezuinigingen. Daartussen een tegenstelling suggereren zweemt naar xenofobie, naar eigen-problemen-eerst.

Fraai was wel een spandoek dat ik eerder zag, waarin partijen die vaak de mond vol hebben van verlichte progressiviteit en onderwijsvriendelijkheid maar wel meewerken aan het leen-/schuldenstelsel, op de hak werden genomen. “Nieuw”, schui boven in de de hoek. “Het sociaal leenstelsel¨ bovenin, en eronder: “met dank aan: GroenLinks, D66”, en eronder: “let op: geld lenen kost geld”… Natuurlijk kreeg de onderwijsminister, Jet Bussemaker er van langs: “Jet, voel je schuldig”; een spandoek trok de zaak voorbij de grenzen van beperkt groepsbelang met de tekst: “Niet voor mij maar voor de maatschappij”.Iemand had voor het begin van de optocht ook al een A4-tje met mogelijke leuzen uitgedeeld. Goed idee.

De optocht kwam zonder problemen van vertrekpunt naar het Malieveld. Wel veel politie, opdringerig nieuwsgierig en klef, maar de optocht verliep verder ongestoord. Leuzen tegen het leenstelsel en het kabinet, maar een radicaler groep actievoerders zette af en toe ook “A -Anti-Anticapitalista”. Dat klonk vooral mooi als we de akoestiek van bruggen en tunnels wisten te benutten.

Op het Malieveld meer van hetzelfde. Weer een SP-busje van waaruit Rood-borden werden uitgedeeld. Weer veel borden, vlaggen en ballonnen van al genoegde groepen. Maar ik zag ook aardig wat vlaggen van AbvaKabo, en een spandoek van FNV Jong. Uit vakbondskringen was kennelijk vrij stevig gemobiliseerd voor de actie. Naast de Internationale Socialisten zag ik nog een andere trotskistenclub, een groepje dat De Vonk maakt, als blad en als website. De verschillen tussen de diverse trotskisten laat ik over aan de fijnproevers.

Ik was intussen op zoek naar bekenden die ik uiteindelijk trof, gezellig rond een zwart-rode anarchistenvlag, later vergezeld van een tweede. Eerder had ik ook mensen een pamflet uit zien delen met als kop: “Tegen elke bezuiniging! Tegen de vernietiging van sociale centra! Voor een solidaire samenleving!” Onderaan: “Het kapitalisme moet branden! Geen enkele bezuiniging! Geen enkele ontruiming!” en tenslotte vignetten waaronder de klassieke A in de circel. Ja, er waren zichtbaar anarchisten. Als mede-activist, in gezamenlijke strijd, hoe groot de afstand tussen ons en een deel van onze mede-betogers ongetwijfeld ook was en is.

Intussen was het programma op gang gekomen. Sprekers vanuit diverse belangenorganisaties, zoals het landelijke Aktie Komité Scholieren Laks, het al genoemde JOP, maar ook FNV Jong en zelfs de FNV-voorzitter Ton Heerts, en de aanvoerder van de Landelijke Studentenvakbond LSVb. Ze hadden weinig opmerkelijks te zeggen, ze waren natuurlijk tegen het leenstelsel, drongen er bij de politiek op aan te luisteren naar de protesterende studenten en hun bezwaren. Ze verwoordden iets van de woede, maar tegelijk gaven ze stem aan het idee dat ‘de politiek’ dit soort dingen doet uit onbegrip, kortzichtigheid – net uit gecalculeerde prioriteitsstelling ten gunste van ondernemers en staat, ten koste van de brede onderkant van de hele maatschappij.

Opvallend was nog een heuse professor die ons toesprak, en in vrij stellige en heldere bewoordingen het plan van Bussemaker kraakte. Daar stond hij, keurig  netjes en alles, maar hij was – in deze ultra-gematigde context – relatief radicaal in zijn taal. Hoe ver heen is de studentenstrijd, hoeveel terrein moet er nog worden gewonnen, als de beste toespraak op een studentenactie komt, niet van een opstandige student maar van een kennelijk welwillende professor? Maar ook hij brak niet radicaal uit het kader van gematigdheid dat de hele manifestatie typeerde – en bijna wurgde ook.

Het hele idee dat een Bussemaker, of ‘de politiek’, niet weet wat ze doet, en dus tot inzicht gebracht moet worden, zet de beweging op het verkeerde been. Inzicht is er voldoende aan de andere kant van de barricaden. Ze zullen pas gaan schuiven, niet als ze tot inkeer komen, maar als ze bang worden van zeer veel boze studenten die hun illusies in ‘de politiek’ achter zich hebben gelaten en die politiek zien, niet als gesprekspartner met wie je een meningsverschil moet uitpraten, maar als vijand die verslagen moet worden. Die illusie wordt natuurlijk nog eens verstevigd doordat een deel van de politiek op dit ene punt van de studieschuld de minister en haar plan afwijst en zo krediet krijgt in de studentenstrijd. Dat gold voor de SP, wiens woordvoerder Jasper van Dijk zei “Goed dat jullie er zijn!” Maar is Jasper van Dijk er straks ook als de Eerste Kamer de studieschuld heeft doorgelaten en ‘de democratie’ nu ‘haar werk heeft gedaan’ maar het echte verzet des te harder nodig is?

De gematigde toon van veel sprekers – taal van politici in de dop en van jonge vakbondsbestuurders – is niet zo raar. Vakbondsorganisaties en partijpolitieke groepen hadden immers de regie van het protest in handen. Het is ook evident dat heel veel van de aanwezigen dit gematigde perspectief deelden. Ja, iedereen is voor actie. Maar nee, slechts weinigen kijken al verder dan het politieke bestel waarvan ze, misschien tegen beter weten in, hopen dat er iets goeds uit komt: een nee tegen dat schuldenstelsel. Ik vermoed dat heel veel van de aanwezigen ook nog maar heel weinig actie-ervaring hadden, ik zag veel mensen die me eerder middelbare scholier leken dan student. Die mensen zijn boos op dit ene thema, en terecht. Maar dat wil niet zeggen dat ze al erg radicale conclusies hebben leren trekken over de belangen en structuren waar dit ene slechte plan in wortelt. Zoiets is een leerproces.

Wat echt schandalig was is dus niet het beperkte perspectief van uit de belangengroepen en vanuit de SP Schandalig was dat ook voorstanders van het plan de ruimte kregen op het podium ons toe te spreken om hun beleid aan de mens te brengen. Alsof die lui, naast parlement en gevestigde media, ook nog eens een studentenactie als podium zouden moeten gebruiken! Dat was een protest tégen hun beleid, geen discussiebijeenkomst tussen voor- en tegenstanders. “Poppenkast, poppenkast!” riepen actievoerders dan ook in de richting van de show. En wat deed die PVV-politicus trouwens in dat forum van politici? Kan dan niemand bedenken dat een politicus van een partij die mensen uitsluit en beschimpt op basis van afkomst en geloof, niets te zoeken heeft op een actie waar mensen ongeacht die afkomst voor hun onderwijsrecht vechten? En hoe haalde de presentator het in zijn hersens om, toen een ander politicus – weliswaar heel bedekt – op dat PVV-racisme wees, dat meteen onder de tafel te vegen onder het motto dat we het nu maar over één onderwerp gingen hebben?

Tegen het einde kreeg zelfs de minister de kans om ons toe te spreken. Van haar toespraak heb ik niet echt iets verstaan, want nu werd het ook menig keurige Nederlandse polderscholier en polderstudent te veel. “Oprotten!”, “Jet ga weg!”,  “Boe” klonk het uit vele kelen, lang niet enkel de kleine groepen links-radicalen En dat niet alleen, nadat Bussemakers even bezig was, vlogen er tomaten naar het podium. Of ze voltreffers hebben opgeleverd weet ik niet, maar het was een mooi moment van ‘rupture’, van een breuk met de braafheid die een veel te groot deel van het gebeuren kenmerkte. Politieagenten – die a hier en daar al op stonden te letten tussen de actievoerders – probeerden nu mensen te arresteren, wat soms lukte maar niet altijd: een arrestatie mislukte voor mijn neus, omdat mededemonstranten de bedreigde actievoerder vasthielden en de politie het werk moeilijk maakten. Een mevrouw die naast me stond was intussen erg boos geworden, maar ook aangeslagen door de stress. Ze heeft nog een hele tijd op haar verzoek mijn vastgehouden. Het was een wat oudere mevrouw, en ze was voor het eerst op zo ‘n soort actie. Ik geloof niet dat politie en minister in haar een nieuwe ‘overlegpartner’ of bondgenote hebben gevonden. Zo werkt radicalisering in de praktijk.

Al die tijd werd op het podium de show aan elkaar be gepraat door een buitengewoon irritante presentator die zichzelf heel erg grappig vond maar het juist daardoor helemaal niet was. De opmerking dat de politie haar boetequotom nog niet binnen had en dat je daarom dus van de toiletten gebruik moest maken, omdat de politie controleerde, was tot daar aan toe. Zijn hele macho-houding was weerzinwekkend en straalde seksisme uit. Zijn opmerking dat we  ‘voor Zwarte Piet en tegen het leenstelsel’ konden zijn – hoorde ik dat goed? Correct me if I ‘m wrong – was doodgewoon inspelen op heersend racisme. En zijn steeds herhaalde vraag “Willen we meer of minder lenen?” – een evidente verwijzing naar Wilders ”Willen we meer of minder Marokkanen?” deugde evenmin. Niet alleen omdat we gaan voor géén schuld, niet louter voor minder. Maar ook omdat deze frase toch de eerdere formulering van Wilders in herinnering roept, niet om die te counteren maar om die als grappige frase extra ingang te doen vinden. Veel mensen scandeerden overigens gewoon als antwoord “Minder!” en speelden dit spel dus mee. Vind het maar eens gek, in die context.

Sowieso had ik niet de indruk dat veel deelnemers problemen hadden met het vervelende showmastergedrag van de man, en ook niet met het show-karakter dat de hele manifestatie kenmerkte en waarin we zoals zo vaak tot toehoorders en toeschouwers waren teruggebracht terwijl het echte gebeuren zich op het podium plaats vond. Voor veel aanwezigen was de kans om af en toe iets te mogen roepen duidelijk al meer participatie dan ze in hun dagelijks leven gewend waren, en reageerden dus enthousiast. Dat zegt iets over de sociale verhoudingen waarin zij opgroeien, onderwijs volgen en leven.

Maar uiteindelijk verloor de showmaster de greep toen het publiek steeds minder voor publiek speelde en actie ging voeren, met die tomaten als climax. Maar kort erna – nadat hij behendig de leus “jet ga weg!” had overgenomen en nu ook regisseerde – sloot hij de manifestatie af en stuurde iedereen netjes naar de trein of naar de bus. Dat gebeurde, helaas, want de woede die hier en daar wel degelijk opborrelde verdiende beter dan het kluitje in het riet waarmee actievoerenden naar huis werden gestuurd. Krachten die de greep vanaf het podium niet alleen eventjes konden doorbreken maar van onderop verder kunnen gaan war de organisatie van bovenaf op de rem trapt, zijn er echter nauwelijks, zeker niet in georganiseerd verband. Het idee dat zulke krachten nodig zijn en zich maar beter kunnen organiseren, werd echter wel verspreid, in de vorm van een kleine brochure, AntiThese, een bundeling van enkele artikelen over onderwijs en studentenstrijd, een paar liedjes om op de demonstratie te zingen plus wat leuzen. Van de uitgave zijn er honderden onder demonstranten zijn verspreid . Ik heb er ook een stukje voor geschreven. Maar daarover een andere keer meer.

Schandalig was dus de show op het podium. Leerzaam was het hele gebeuren ongetwijfeld, hopelijk vooral voor mensen wiens eerste of tweede protestactie in de buitenlucht dit was. Daarin – en in het ‘nee’ tegen het schuldenstelsel zelf – zat het nut van de actie. Waar zie ik dan hoop? In dat leerproces wat ik aanduidde, waarin mensen illusies kwijt raken en hun vijand leren kennen en bestrijden – een leerproces waarin ook ervaren actievoerders weer lessen kunnen trekken, en dat dus nadrukkelijk tweerichtingsverkeer is waarbij – om in onderwijstermen te blijven – docent en student elkaar onophoudelijk afwisselen, waarin we voortdurend allebei zijn.

En ik zie hoop in de opkomst zelf, niet eens zozeer in het aantal als wel in het slag mensen dat meedeed. Jong, scholieren en jonge studenten. Naar mijn indruk ook weinig academisch: dat het JOP zeer zichtbaar was, maar andere studentenclubs veel minder, zegt iets. Ik zag een paar borden van de Amsterdamse studentenbond Asva. Dit waren echter in meerderheid geen universitaire studenten, denk ik. Dit waren, naast scholieren, vooral MBO-ers en wellicht HBO-ers. Mensen met ( nog) minder kans om hogerop te komen, mensen die veel vaker dan universitaire studenten afkomstig zijn uit gezinnen met lagere inkomens, mensen die bezuinigingen op meerdere fronten ervaren. Dit is niet de middenklasse-in-opleiding, en al helemaal niet vooral de zoontjes en dochters van de elite, al ontbraken die niet. Maar de nadruk lag daar niet.

Dit zijn overwegend jonge arbeiders. Vandaag demonstreerden ze voor hun onderwijsrecht. Morgen demonstreren hun ouders misschien weer tegen afbraak in zorg, sociale zekerheid, openbaar vervoer – of in het onderwijs waarin sommigen van hen werkzaam zijn. De strijd van studenten aan universiteiten is belangrijk. De strijd van bredere groepen studenten, met hun talloze bindingen met nog bredere groepen arbeiders, is potentieel van nog veel groter gewicht in de strijd tegen verarming en bezuinigingen die ons wacht.