Reactie op flexstuderen | UoC, Rethink, DNU en HR

Reactie op flexstuderen, door Humanities Rally UvA, University of Colour, De Nieuwe Universiteit – voor een democratische universiteit en ReThink Uva.

door Humanities Rally

Met enige verbijstering hebben de actiegroepen vandaag kennis genomen van het “flexstudeer”-plan dat door het opmerkelijke gezelschap Stefan Wirken (voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond), Dymph van den Boom (interim-collegevoorzitter van UvA en HvA), Pieter Duisenberg (VVD-Kamerlid en fervent tegenstander van de Maagdenhuisbezetting) en Mohamed Mohandis (PvdA-Kamerlid) is aangedragen. Het voorstel zou tegemoetkomen aan de voortdurende onvrede over rendementsdenken op de universiteit die dit jaar tot uitbarsting is gekomen, maar doet juist het tegenovergestelde. Het idee is om studenten te laten betalen per gevolgd vak. Het plan is bedoeld voor studenten die naast hun studie werken, een gezin willen onderhouden, of een bestuursjaar willen doen. Kortom, studenten die hun studie over een langere periode willen spreiden. Deze studenten moeten op dit moment hetzelfde betalen als een voltijdstudent, terwijl zij geen tijd hebben om al die vakken in hetzelfde tempo te volgen. Hierdoor studeren zij meestal één of twee jaar langer en kost hun studie uiteindelijk meer geld. Tot zover dus een sympathiek plan. Als blueprint voor het “studeren van de toekomst”, zoals Duisenberg en Dymph het graag zien, is het “flexstuderen” echter faliekant een stap in de verkeerde richting: die van de universiteit als supermarkt.

Bij dit plan ligt vooral een grote nadruk op studenten die zich naast hun studie willen ontplooien en daar ruimte voor moeten krijgen. Het is echter een specifieke vorm van ontplooiing waar op wordt ingezet: een ontplooiing binnen een bestuursjaar bij je studentenvereniging of het lopen van een stage. Een ontplooiing waarbij het enkel gaat om de student als ondernemer, aangewezen op haar “eigen verantwoordelijkheid” als zij, bijvoorbeeld door ziekte, een vak een keer niet haalt: de student mag daar dan zelf voor betalen. Wat als er iets misgaat in de studieplanning, als door omstandigheden de student vakken niet haalt en over moet doen? Word je er dan extra voor gestraft? Het plan komt voort uit jaren van bezuinigingen onder het mom van ‘de langstudeerder kost ons klauwen met geld’ – een stelling die overigens nooit is bewezen.

Dit plan kan verregaande gevolgen hebben voor de manier waarop vakken worden aangeboden. Het is namelijk niet alleen zo dat de student per vak gaat betalen, faculteiten en opleidingen zullen ook meer gefinancierd gaan worden aan de hand van aantallen gevolgde vakken. Dit blijkt uit het volgende citaat van de bedenkers van dit plan uit de Volkskrant van 14 december jl: “Daarom willen wij dat het op studentenaantallen gebaseerde deel van de financiering niet langer wordt berekend op basis van een volledig studiejaar, maar per vak dat de student volgt.” En hoe duidelijker individuele vakken verantwoordelijk zijn voor bepaalde inkomsten, hoe sterker de prikkel om populaire vakken aan te bieden en hoe groter de druk op vakken die weinig studenten trekken. Daarnaast kan dit plan zorgen voor minder behaalde studiepunten per student: elke student die volgens dit plan studeert heeft direct de prikkel om alleen die vakken te volgen waarvan hij of zij zeker is dat het haalbaar is. Wat dat met “dromen” te maken heeft is ons onduidelijk. Inspirerend is het in ieder geval niet. Het valt te verwachten dat als gevolg hiervan juist de vakken die niet direct “rendabel” of “carrierebevorderend” zijn maar toch maatschappelijk cruciaal, niet genoeg studenten zullen trekken en daardoor makkelijker afgeschaft worden. Dit vermindert drastisch de specialisatie- en keuzemogelijkheden van studenten. De universiteit hoort geen bedrijf te zijn dat winst maakt, het is een onderwijsinstelling die mensen opleidt kritisch na te denken. Daar horen ook vakken bij over bijvoorbeeld dekolonisatie, gender, en zeer specifieke vakken over bijvoorbeeld Middeleeuwse geschiedenis of Philosophy of Mind.

Een andere consequentie is dat de administratieve last van de universiteit groter wordt. Als de student per vak betaalt, moet per vak beoordeeld worden of iemand toegang heeft gekregen tot dat vak, vóórdat er geld gevraagd kan worden. Hier gaat veel tijd in zitten en tijd kost nou eenmaal geld. Wij pleiten er juist voor dat er bezuinigd wordt op overheadkosten – kosten die worden betaald met geld dat bedoeld is voor onderwijs en onderzoek. Dit plan toont hoe slecht Den Haag heeft geluisterd naar de geluiden die afgelopen jaar door docenten en studenten naar voren zijn gebracht.

Wij zien bovendien een groot gevaar in dit plan op het moment dat het ingevoerd zou worden. Het nieuwe plan wordt namelijk niet alleen gepresenteerd als manier om studeren goedkoper te maken, maar wordt ook gebracht als toekomstvisie voor de financiering van het hoger onderwijs . Dit plan zou – als het over de hele universiteit werd ingevoerd – een manier zijn om onderwijs financierbaar te houden zonder dat de overheid de eerste geldstroom zou moeten verhogen. Het is niet de eerste keer dat een plan dat naar voren wordt gebracht als oplossing voor problemen bij studenten, eigenlijk een verkapte bezuinigingsmaatregel is. Dit zagen we al bij de prestatieafspraken: die werden gepresenteerd als maatregel om de onderwijskwaliteit te verhogen, maar pakten uit als maatregel om studenten sneller door hun studie te jagen en er zo voor te zorgen dat de overheid minder lang per student hoeft te financieren. Daarom moet er nu nagedacht worden over de consequenties van deze manier van financieren voor alle studenten. Deze manier van financieren claimt namelijk studenten meer ruimte te geven voor hun eigen keuzes, maar voor veel studenten zal zij juist ontplooiing en de eigen regie over de studie beperken: Gepassioneerde studenten die zo geïnteresseerd zijn in hun vakgebied dat zij meer vakken willen volgen dan het minimum nodig voor het behalen van een diploma, worden afgestraft bij in een systeem waar per punt wordt betaald en moeten meer gaan betalen. Studenten die twee studies willen doen omdat zij zich op meerdere gebieden willen ontplooien moeten dubbel betalen terwijl zij nu – als zij twee studies tegelijkertijd doen – slechts één keer collegegeld hoeven te betalen. Studenten die niet zeker weten of ze een extra vak willen volgen zullen eerder geneigd zijn deze verdieping of verbreding te laten schieten door deze nieuwe financiële prikkel; en als je een vak eenmaal hebt gekozen maar er achter komt dat je het toch liever wil laten vallen is dat een ook een keuze die financiële gevolgen draagt. Op deze manier wordt intellectuele nieuwsgierigheid ontmoedigd.

Van alle kanten wordt het studenten reeds moeilijk gemaakt de opleiding te doen die zij willen: het leenstelsel – een plan dat door de VVD en PvdA zelf is ingevoerd – maakt het voor veel (aankomend) studenten onbetaalbaar, het moeten betalen van institutiegeld na de afronding van de eerste studie zorgt voor een enorme druk om meerdere studies tegelijkertijd te doen, en het instellen van selectieve masters maakt dat je maar beter alleen het verplicht noodzakelijke kunt doen zodat je minder risico loopt minder goede cijfers te halen. Dit nieuwste plan is daar nog een schepje boven op, want waarom zouden studenten in dit geval méér willen doen dan strikt noodzakelijk is? Het plan is volgens Wirken een reactie op het leenstelsel dat de mogelijkheden van studenten beperkt. Inderdaad, het leenstelsel is een groot probleem. De oplossing is echter niet het opstellen van een plan dat de mogelijkheden van studenten nog verder inperkt. Hoewel de “gewone” optie nog steeds blijft bestaan, stelt de invoering van dit plan de studenten voor een moeilijke keuze: minder schulden of meer verdieping? Want als je jezelf binnen het onderwijs verder wil ontplooien door meer vakken te volgen of een extra studie te doen, zit je automatisch met een hogere studieschuld.

Daarnaast verdwijnt een belangrijk aspect van studeren: het sociale aspect. Als iedereen een eigen programma op eigen snelheid volgt verdwijnen de sociale aspecten van studeren, waarbij studenten samen studeren, elkaar helpen als de een het lastig heeft doordat bijvoorbeeld iets misgaat in de familie of door ziekte. Het samen leren, het elkaar bij de les houden, het met elkaar de stof eigen maken, dat wordt veel moeilijker als je per vak weer een eigen vertrouwd groepje moet vormen. Het zal daardoor minder opvallen op het moment dat er iemand uitvalt. Dit versterkt de afbraak van de academische gemeenschap die al jaren aan de gang is: docenten krijgen steeds minder tijd om studenten te begeleiden, gebouwen werken steeds meer met pasjes waardoor er fysieke barrières ontstaan tussen docenten en studenten, en met dit plan zullen ook studenten elkaar steeds minder makkelijk treffen.

Los van de inhoudelijke bezwaren tegen dit plan, gaat het direct in tegen de eisen die het afgelopen jaar door protesterende studenten zijn opgesteld. Dit is niet verrassend aangezien de PvdA en VVD tot op heden geen van de eisen hebben overgenomen of ondersteund. Sterker nog, de PvdA en VVD hebben voor het leenstelsel gestemd. Waarom de LSVb aan dit plan meewerkt is echter verbazingwekkend. Het is onduidelijk hoe de LSVB er precies toe besloten heeft dit plan te ondersteunen, want overleg met hun deelvereninging de ASVA lijkt achterwege zijn gebleven getuige de kritiek vanuit dat kamp.

Kortom: het experiment is nog een stap in de richting van, niet weg van, de commercialisering van het onderwijs. Na flexwerken en flexwonen dreigt dit de zoveelste maatregel te zijn om, onder het mom van “persoonlijke vrijheid” en “stimulering”, een prijskaartje te hangen aan elk onderdeel van het publieke goed, ten koste van hen die niet tot een ondernemende of bestuurlijke elite behoren. Wie studenten echt hun dromen wil laten volgen, moet kwetsbare vakken beschermen en onderwijs betaalbaar houden voor iedereen.

Humanities Rally
University of Colour
De Nieuwe Universiteit
ReThink UvA